Verslag SOS Onze schepen vergaan twee keer
Op donderdag 6 juli 2017 kwamen een honderdtal mensen die de maritieme archeologie in Nederland vertegenwoordigen bijeen in Batavialand in Lelystad voor het event SOS! Onze schepen vergaan twee keer. Meer dan 60 partijen waren vertegenwoordigd. Vrijwilligers, duikers, musea, onderzoekers, het bedrijfsleven en de beleidsmakers waren het in grote lijnen met elkaar eens: er is een gat in de bestaande wetgeving met betrekking tot het behouden van onze scheepswrakken. Bovengenoemde belangengroepen willen graag hun bijdrage leveren aan de lopende ambtelijke en bestuurlijke initiatieven. Het samenkomen toont de trots op ons fantastische maritieme verleden en onze huidige maritieme identiteit aan. Het opzetten van een manifest is daarom een eerste stap om de politiek duidelijk te maken dat de samenleving zich zorgen maakt.
De lezingen
De vraag hoe dit moest gebeuren stond daarom vooral centraal gedurende de middag. Na een gemoedelijke lunch openden André van Holk en Boudewijn Goudswaard de dag door de zeer slordige omgang met dit Nederlandse erfgoed te schetsen. Het gebrek aan financiering staat volgens hen juist in Nederland symbool voor het gebrek aan infrastructuur, mankracht, samenwerking en visie. Desondanks is er ook hoop: met een brief van de vijf kustprovincies, aandacht voor het onderwerp in het programma Erfgoed Telt van OCW en natuurlijk de organisatie van dit congres is het tij gunstig voor de opstelling van een manifest. Zowel Van Holk als Goudswaard eindigden daarom met de oproep om nu het gezamenlijke belang voor het individuele te stellen!
Vervolgens was het de beurt aan Arent Vos die in zijn lezing kort toelichtte hoe mechanische, biologische en chemische processen scheepswrakken aantasten. Hierna liet Seger van den Brink aan de hand van het voorbeeld van het wrak Ritthem zien wat de gevolgen van natuurlijke degradatie kunnen zijn. Michiel Bartels tot slot bracht met een gemeentelijke blik de problematiek in kaart waarmee de maritieme archeologie te kampen heeft: het tekort aan financiële middelen, een gebrek aan samenwerking, inefficiënte regelgeving en het gebrek aan communicatie van maritieme archeologie naar het publiek. Daarna was er ruimte voor discussie.
Discussie
Tijdens een panelgesprek met vertegenwoordigers uit de betrokken groepen probeerden enkele deelnemers antwoord te geven op prangende vragen. Als eerste was het de vraag of het verdwijnen van de wrakken problematisch was. Overeenstemming werd snel bereikt over het feit dat het probleem is dat wrakken ongezien verloren gaan zonder dat we weten waarover het gaat. Vervolgens kwam de vraag aan orde wat er dan mis gaat. Als antwoorden kwamen naar voren: het ontbreken van een inventarisatie, een berekening van de kosten van onderzoek (inventarisatie, monitoring, afdekken, opgraven) en een onderzoeksprogramma. De musea deden vervolgens een duit in het zakje door te stellen dat publieke beleving een voorwaarde is om draagvlak voor maritieme archeologie te creëren.
De te bewandelen politieke weg bestaat in eerste instantie uit het opstellen van een plan van aanpak dat positief geformuleerd is en aansluit bij de specifieke problemen van Nederland. Er is daarbij behoefte aan een grote publiekstrekker om de maatschappelijke relevantie duidelijk te maken. Hierbij kwam ook het succes van de Texelse pilot ter sprake, waarbij onder andere een prachtige jurk uit een scheepswrak is geborgen en tentoongesteld. Het voorbeeld geeft aan hoe verschillende partijen (vrijwilligers in de onderwaterarcheologie en musea) vruchtbaar kunnen samenwerken.
In de daarop volgende discussie stond de rol van de vrijwilligers in de maritieme archeologie centraal. In eerste instantie riepen zij op tot betere communicatie tussen professionele archeologen en vrijwilligers. De vrijwillige archeologen staan te trappelen om een rol spelen in het maritiem archeologische bestel. Vervolgens kwam de vraag naar de te zetten vervolgstappen aan de orde. Ook hier kwamen de deelnemers, na een intensieve discussie, tot een gezamenlijk standpunt. Een werkgroep gaat de contouren van een Nationaal Plan van Aanpak Maritieme Archeologie schetsen en financiering zoeken om een dergelijk plan op te stellen. Onderdeel van het plan moeten een duidelijke doelstelling, een tijdsplanning en een kostenraming vormen. Bovendien moet er een goede “drager” van de boodschap worden gevonden. Aan de hand van deze discussie werd geconcludeerd dat er een overkoepeld instituut moet komen dat de verschillende partijen samenbrengt, zorgt voor uitbreiding van de infrastructuur en een goede inventarisatie. Ten slotte moet ook het bredere publiek en zeker de jeugd meer worden betrokken.
Conclusie
Na een uur durende workshop met alle deelnemers van het event was het tijd voor een afronding en een conclusie. In verschillende prioriteiten die door de deelnemers werden geformuleerd, kwamen veel van de bovenstaande ideeën opnieuw terug maar er werden ook enkele toevoegingen gedaan. Zo werd door verschillende groepen al nagedacht over een tijdframe waarin bovenstaande punten verwezenlijkt zouden moeten worden. Daarnaast werden het Rijk, de RCE maar ook STIMON voorgedragen als organisaties waarvan een leidende rol werd verwacht. Een van de belangrijkste elementen die bleef terugkeren was de wil tot het creëren van publieke betrokkenheid. Allen waren het over eens dat het maritieme verleden een belangrijk onderdeel is van de Nederlandse identiteit en we dit ook moeten uitstralen!
Tijdens het evenement zijn vele belangrijke ingrediënten verzameld die een sterke basis vormen voor het opstellen van een manifest voor de Tweede Kamer. Dit is dus niet einde van de samenwerking maar het startsein in een cruciaal proces om scheepswrakken op de politieke agenda te krijgen. Om te zorgen dat de samenwerking in stand blijft worden de resultaten van het congres beschikbaar gesteld en zullen de vervolgstappen samen met de stakeholders gedefinieerd worden, na het vinden van financiën om een plan van aanpak op te stellen.
Presentaties
Verschillende sprekers hebben tijdens het congres verteld over hun rol in het maritieme archeologische monumentenzorgproces.