DVHN- SOS voor Nederlandse scheepswrakken

Bron: Dagblad van het Noorden  27-7-17

De maritieme archeologie in Nederland bevindt zich op een dieptepunt. Er is te weinig geld voor onderzoek naar scheepswrakken en de enige leerstoel in Nederland voor maritieme archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen verdwijnt.

,,We weten niet hoeveel scheepswrakken ongezien vergaan in Nederlandse wateren.’’ Zo vat buitengewoon hoogleraar scheepvaartarcheologie André van Holk van de RUG de problematiek samen. ,,Er wordt door overheden onvoldoende geld voor onderzoek en conservering beschikbaar gesteld. Verder ontbreekt het aan organisatie, middelen, mankracht, visie en samenwerking.’’

Waar zijn onze wrakken gebleven?

Van Holk doelt niet alleen op de nog onbekende wrakken, maar ook op de vergane schepen waarvan de laatste rustplaats wél bekend is. Het gevolg is dat honderden waardevolle scheepswrakken verdwijnen die mogelijk veel informatie over bijvoorbeeld handelscontacten en steden bevatten. Van Holk, die zijn leerstoel volgend jaar ziet verdwijnen, en zijn collega’s van andere universiteiten werken daarom samen aan een manifest en een plan van aanpak die ze na de zomer aan het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) willen aanbieden. Het manifest is een samenwerking van 60 organisaties die betrokken zijn bij de maritieme archeologie, zoals universiteiten, musea, vrijwilligers in de archeologie en Rijkswaterstaat.

Het behelst onder meer een inventarisatie van de gebieden waar scheepswrakken liggen, zoals in de Waddenzee. Van Holk: ,,Over het westelijk deel weten we mede door de Rede van Texel vrij veel. Het oostelijk deel van de Waddenzee is daarentegen nog onontgonnen gebied. We hebben geen idee wat zich daar in de zeebodem bevindt.’’

‘Onze schepen vergaan twee keer’

Groningen en vier andere kustprovincies schreven in mei dit jaar een brief aan minister Jet Bussemaker van OCW waarin ze pleiten voor een betere bescherming van wrakken in de Noordzee en de Waddenzee. In de laatste vallen ze ten prooi aan de paalworm en door de kracht van de stroming spoelen onder meer de inventaris, lading en delen van het schip weg. Van Holk en andere betrokkenen hielden op zes juli in Lelystad een bijeenkomst met als thema ‘SOS! Onze schepen vergaan twee keer’. Van Holk: ,,het manifest waar we nu aan werken, komt hier uit voort.’’

Leerstoel RUG verdwijnt

De buitengewoon hoogleraar bereidt zich voor op het verdwijnen van zijn leerstoel die afhankelijk is van financiering buiten de universiteit. ,,Een financiering ging op het laatste moment niet door. Het was te laat om nieuwe te vinden.’’ Met het verdwijnen van deze leerstoel bestaat straks ook de enige afstudeerplek voor maritiem archeologen niet meer. ,,Er zijn nog opleidingen in Amsterdam en Leiden, maar je kunt maritieme archeologie niet als afstudeerrichting kiezen.’’

Nederlandse studenten wijken uit naar Engeland

Zijn collega Jerzy Gawronski van de universiteit van Amsterdam bevestigt dit. ,,De RUG heeft dankzij de samenwerking met museum Nieuw Land naast een theoretisch deel ook een heel praktisch opleidingsdeel.’’ Nieuw Land is in Flevoland. De provincie herbergt naar eigen zeggen het grootste scheepwrakkenkerkhof op het droge ter wereld. Gawronski: ,,Je ziet nu al dat studenten naar Engeland uitwijken waar ze wél praktische ervaring kunnen opdoen. En dat terwijl wij zo trots zijn op onze geschiedenis als zeevarende natie. Dat is toch een beetje gek.’’

Ontdekken en niet bedekken

Hij pleit voor een groot opgravingsproject om de Nederlandse maritieme archeologie weer ‘smoel’ te geven. ,,Zoals dat van het VOC schip Amsterdam. En daar is geld voor nodig. Bovendien is de monumenten en duikwetgeving een stuk ingewikkelder geworden, waardoor het voor amateurs duikers minder makkelijk is om archeologisch actief te zijn.’’

Hij steunt het manifest voor de scheepswrakken. ,,Het is vijf voor twaalf. Je merkt dat het maritiem erfgoed bij OCW een speerpunt is geworden, maar eigenlijk is dat veel te laat. Bovendien is het beleid al tientallen jaren onveranderd. Het is er vooral op gericht de bij ons bekende wrakken te conserveren door ze te bedekken, maar ik wil juist ontdekken.’’

Hij pleit voor een groot opgravingsproject, zoals dat van het VOC schip Amsterdam, om de Nederlandse maritieme archeologie weer ‘smoel’ te geven. ,,En daar is geld voor nodig. Bovendien is de monumenten en duikwetgeving een stuk ingewikkelder geworden, waardoor het voor amateurs duikers minder makkelijk is om archeologisch actief te zijn. Vroeger had je bij wijze van spreken alleen een fles met perslucht nodig en klaar was je.’’

Hij hoopt dat het manifest tot meer aandacht voor het onderzoek van scheepswrakken leidt. ,,Het is vijf voor twaalf. Je merkt dat het maritiem erfgoed bij OCW een speerpunt is geworden, maar eigenlijk is dat veel te laat. Bovendien is het beleid al tientallen jaren onveranderd. Het is er vooral op gericht de bij ons bekende wrakken te conserveren door ze te bedekken, maar ik wil juist ontdekken.’’